woensdag 22 februari 2012

Nigeria / Owerri (Biafra)

Na een lange winterslaap nog is tijd om hier wat te posten.

4 januari reed ik Owerri / Nigeria binnen.
Meteen naar de grootste kerk van de stad in het verlengde van de hoofdbaan. Vandaar uit  belde ik Father Maobi, die ik drie jaar geleden in België / Leuven had leren kennen in de Faculty club. 'Moest ik ooit in Nigeria komen zou ik hem bezoeken'. Hier was ik dan ik zijn geboortestad. Touristen zijn hier niet te bespeuren. Een blanke heb ik sinds men vertrek uit Lomé niet meer gezien. Hier is ook niets om langs te 'touren'.
Ook niet als men hier connecties heeft. Maar die had ik dus wel, en dat maakte dat ik hier heel wat 'getoerd' heb. Niet naar klassieke bezienswaardigheden, wel mee een week op visite bij de lokale bevolking. En niet zo maar de eerste de beste!
Maobi kwam naar de kerk en na een hartelijk onthaal volgde ik zijn auto een 5 tal km naar een buitenwijk van de stad. Daar woonde hij zo anoniem mogelijk in een rustige buurt. Priesters zijn in Afrika nog steeds, zeg maar, figuren waar men naar opkijkt. Dit is nog een continent waar ouders trots zijn wanneer één van hun telgen priester wordt of is. In Europa zijn dat al lang vervlogen tijden.

Als vertegenwoordigers van God krijgen ze respect en aandacht. Aandacht ook in de zin van nodig hebben. Te veel naar de zin van Maobi. Vandaar dat slechts weinigen wisten waar hij woonde. Opvallend is de versterkte vesting die huizen hier wel lijken. Zware stalen poorten, bijna altijd prikkeldraad bovenop de omheining en het huis opzettelijk niet geschilderd. Het oogt dan onaf, waardoor zijn bewoners hopen potentiële inbrekers te doen geloven dat er (nog) niets te halen valt. Erg aantrekkelijk ziet het er zo inderdaad niet uit. Het creëert een grauwe sfeer. Mensen moeten hier voor hun eigen veiligheid zorgen want de politie slaagt er niet in de misdaad aan te pakken.
Nog straffer, zij nemen grootschalig deel aan de corruptie in dit land. Aan ontelbare politie controles word 'tol' geëist. Ook bij mij probeerden ze dat soms. Door een overtuigd vast houden aan een 'no, i'm not sintaclaus' met een speels lachje, lieten ze me wel altijd door.

De dag erop nam Father Maobi me mee in zijn degelijke Toyota met airconditioning naar een kerkelijk huwelijk ergens 30 km ten westen van de stad.

Rijdend over stoffige wegen, zeg maar de jungle in, viel me op hoeveel kerken van verschillende strekkingen hier alweer zijn. Die godsdienst-'gekte' had ik namelijk al eerder in Ghana gezien. Allemaal vereren ze dezelfde Jezus Christus en zijn vader in de hemelen. Maar over een aantal zaken zoals interpretatie en rituele handelingen zijn ze het fundamenteel niet eens. Ieder zijn eigen kerk dan maar.

Dat fenomeen kennen we bij ons ook, zei het dan in veel mindere mate. Hier mag je er gerust een dozijn stromingen bijdoen, niet in het minst van Amerikaanse evangelische strekken a là 'miracle churches'.
Mirakel verkondigende priesters schreeuwen door gigantische luidsprekers dat 'when you believe in the Lord Jezus Christ, whatever you want will come true!' Je kunt niet niet gehoord hebben, want je trommelvliezen trillen achteraf nog na.  Halleluja...


De 'talk of the day' onder de bevolking is hier nochtans  de ongeëvenaarde corruptie in dit land, waarvan een grote deel van de bevolking in armoede leeft en met minder dan een paar euro een dag door moet, ondanks dat Nigeria het zesde grootste olieproducerende land ter wereld is. De opbrengst daarvan verdwijnt grotendeels in de zakken van een kleine superrijke elite.
De Nigeriaans miracle priesters zullen nog grotere luidsprekers moeten aanschaffen om hun boodschap te wereld in de brullen. Link > Do Nigerian Miracle Ministries Discredit the Faith?

Algoed is father Maobi van een andere strekking. Die van de 'gewone rustige' katholieken die hun geloof niet (meer) opdringen. 'Niet meer', want er zijn andere tijden geweest in onze beschaafde katholieke geschiedenis. De kerk is niet altijd zo beschaafd en mensvriendelijk geweest. De pedofilie schandalen van de 21 en 20ste eeuw verdwijnen in het niets vergeleken met de duistere geschiedenis van de 'inquisitie'.


Maar goed, een mens kan niet zonder rituelen, ze scheppen een band. Als 'speciale gast' had het trouwkoppel mij natuurlijk graag bij op de foto. Hoe zou je zelf zijn als één bleekscheet de vreemde eend is in je entourage. :-) Links is Father Maobi te zien. 











In een volgende post het vervolg van deze week in Owerri.
KLIK HIER om Iwerri / Nigeria in googlemaps te bekijken.


maandag 23 januari 2012

Onderweg

Er is intussen al zoveel gebeurd (en gewijzigd, meer daarover later) dat een combinatie van tijdsgebrek en slechte of geen internet verbinding me het pas nu mogelijk maken deze blog bij te werken.


Dag 1(2 januari):
Alleen onderweg vandaag. Vroeg opgestaan en rond 7u vertrokken.
'Is dit nu wat ik plezant vind?' vroeg ik me af na een kwartier. Hm, ja zeker, anders zat ik maar in het koude België.
Hier is het op de middag bijna 35 graden.
Om de hectische kuststeden als Coutonou in Benin en Lagos in Nigeria te vermijden reed ik een 120 tal km. landinwaarts om dan de goede asfalt te in te ruilen voor een landweg met regelmatig onzichtbare putten en bulten die me via het binnenland tot aan de grens met Benin zou brengen.
Voorzichtig reed ik traag (25 Km/u) rond de putten en bulten, regelmatig voorbijgestoken door lichte motorfietsen met o.a. vrouw en twee kinderen, achterop, twee volwassen (3, bestuurder inbegrepen) of groot olievat dwars achterop een 70 cm links en rechts uitstekend etc. Binnen de paar minuten waren die uit het zicht verdwenen…
Die mensen kennen natuurlijk die verbindingswegen tussen de dorpen als hun broekzak. Daarom besloot ik op een moment aan te sluiten op een voorbije snorrende brommer en in zijn zog kon ik makkelijk tegen 50 - 55 km/u mee zigzaggen over de weg tot…

een klein biggetje luid krijsend de weg dwars over rende, recht… voor mijn wiel…


'Oh nee, niet alweer!' riep ik in de seconden na het biggetje geramd te hebben, dat nog luider krijsend zijn achterpoten, kreupel door de aanrijding, over de weg sleepte.
Men schuddend stuur was niet meer onder controle te krijgen en daar werd ik weer (deze keer langs rechts) de motor afgeslingerd om enkele seconden later een meter of 5 van men moto vandaan op te staan. Nogal wat motorrijders hun eerste reactie is op dat moment zich af te vragen hoe het met de motor gesteld is en daarna met zichzelf.
Ik dus ook meteen al vloekend naar men motor. Denkend dan men reis al teneinde was vanaf dag 1 op de motor.
Waarom moest dat stom big nu juist voor mijn wiel de weg overlopen? miljaar toch!
Intussen waren al een aantal mensen uit de naburige hutten komen aanlopen die me meehielpen de motor recht te zetten.
De schade viel wonderwel mee. Naast een aantal schuursporen op men rechter zijkoffer was enkel de rem-voorhendel totaal afgebroken. Algoed had ik een reserve bij.
Terwijl een oud klein dametje met een bezem het stof van mijn rug veegde was de locale dorps-scooter monteur al bezig de hendel te vervangen met het gereedschap dat ik hem gaf.
Bekomende van de schok keek ik dan eindelijk hoe het met mezelf gesteld was. Naast wat kneuzingen en een lichte schaafwond onder mijn rechter elleboog had ik verder niets. 
Als dank gaf ik mijn oude regenboog zonnebril aan de monteur cadeau.

30 minuten later was ik alweer onderweg en voelde dat men linker schouder terug pijn deed. Die was nog maar net genezen van de eerdere zware val in Senegal op 1 december 2010. Sakker sakker...
Het is maar hoe en waar je valt met een motor. Na de gelijkaardige val 13 maanden eerder kon ik een week niet meer rijden door een zwaar geblesseerde linkerschouder en een gezwollen voet. Enkel door pijnstillers te slikken die Tony bijhad konden we die dag nog een stad en hotel / bereiken.
Deze keer kon ik gewoon doorrijden. Wel voorzichtig terug verder tegen 25 Km/u naar de grens deze keer.
Algoed kreeg ik aan de grens geen problemen met mijn carnet de passage. Hoelang mijn motor in Togo mocht blijven wist ik niet. In Marokko was dat 4 maanden en mijn motor was bijna 6 maand in dat land wat me een boete van duizend euro kostte.
Eens de grens over van Benin was de weg terug geasfalteerd en was ik dezelfde dag nog rond 15u bijna aan de grens tussen Benin en Nigeria en besloot een slaapplaats te zoeken in het dorp Kétou en de dag erop de grens over de steken die 12 km verder was.

Dag 2
Aan de grens aangekomen kon ik 12 km terug rijden. Grrr…
Want de douane post was niet aan de grens maar in Kétou, 
waar ik net vandaan kwam.
Enkel de politie post om mijn visum te laten uit stempelen was aan de grens.   


De 'identiteitskaart' van mijn moto, het carnet de passage dus, moet ook steeds in en uit gestempeld worden.
Eens de grens over van Nigeria was mijn eerste indruk van dat land dat het erg armoedig was. Gedaan met asfalt, inplaats daarvan roodbruin stof op hobbelige wegen en op de verroeste stalen golfplaten op de daken van de huizen, nee, eerder stallen.







Douane en politie post waren niet te bespeuren. Na wat rondvragen werd ik een aantal landwegen opgestuurd om zo terecht te komen in wat men bij ons als leeg staande schoolgebouwen zou beschrijven. Enkel de Nigeriaanse vlag was een aanwijzing van een officiële instantie.

Na de formaliteiten kon ik gelukkig één km verder een asfalt weg op richting de stad Abeokuta. Tot men verrassing werd ik in de eerste 10 km voorbij de grens wel tot 12 keer tegengehouden. Soms om de paar honderd meter. Per controle post werd slechts steeds één document gevraagd. De ene keer men gele kaart ter bewijs van inenting tegen gele koorts, de volgende stop men visum, de volgende men carnet. En zo tot drie, 4 keer opnieuw...
Je tegenhouden gebeurt simpelweg door een lange rechte dikke tak vol grote nagels geslagen over de weg te leggen.
Een foto van een 5tal controle posten met slechts 100 meter ertussen mocht ik niet nemen. ‘Topsecret’ weet je wel.
Bij een controlepost moet je je ook enkel maar een soort afdak met stro op voorstellen.
Slechts één of twee keer waren de controleurs in uniform en hadden ook machinegeweren bij zich. De anderen droegen gewone tot armzalige kleding en één keer stopte ik ook voor enkele lieden die me enkel tegenhielden om geld te vragen. Op de duur weet je dus niet meer voor wie je beter wel en niet moet stoppen. Opletten dus steeds.
Voorbij de stad Abeokuta lag de enige expressweg / autostrade die ik zou volgen tot in Owerri waar Father Maobi op de hoogte was van mijn komst.

Nigeria is het zesde grootste olie producerende land te wereld en zou in principe een perfect wegennet kunnen aanleggen en zijn bevolking een hoge levensstandaard kunnen bieden,maar wegens enorme corruptie komt daar weinig of niets van in huis. Dus ook hier betekend rijden op de weg: op je hoede zijn.
Uitgebrande autowrakken langs de weg die niet weggehaald worden wijzen nog is op het ontbreken van een structuur in dit land. 
Om de 5 kilometer deze keer ook weer controle posten, deze keer echter steeds door geüniformeerde politie met machine geweren en jeep langs de weg. Geen één keer moest ik echter mijn papieren laten zien. Het passeren van de controle posten verliep van handje schudden tot een vriendelijke groet en welkom to Nigeria. Een enkeling vroeg me wel is of ik een cadeau voor hem had.
Een keer zag ik van ver iets wat ik eerst beschouwde als een grote metershoge goed georganiseerde en solide versperring opgeworpen door de politie. Bleek dat, wanneer ik er voorbij reed, enkel een gigantische vrachtwagen te zijn die daar ooit gekanteld was en 3/4de van de baan Versperde. Die lag daar gewoon, uitgebrand, zo te zien niet van gisteren, en die bleef daar ook gewoon liggen. De eigenaar is er niet meer in geïnteresseerd en ook de politie niet. Zo gaat dat in dit land.
rond 16 uur stopte ik bij wat later het enige hotel langs die baan leek. Een gelukstreffer dus.